De Randmeer Klushelden app levert veel nuttige KlusTips op voor veel voorkomende Randmeerproblemen en -klussen. Heb je een klusvraag en staat die hier niet bij, stel die vraag dan in de Klushelden app, kijk op Internet (bevat een schat aan (overwegend) goede informatie over polyesteronderhoud en -reparatie) of steek je licht op bij andere watersporters.
De Klushelden app groep is alleen toegankelijk voor leden van de RKO. Aanmelden ervoor kan je via de besloten leden pagina van deze site.
Voor trim- en andere gebruikstips kun je terecht in het Randmeerboek en in verschillende Jaarboeken (digitaal te vinden op deze website). En natuurlijk bij andere (Randmeer)zeilers, bijvoorbeeld via de Klusapp.
Oproep:
1 plaatje zegt vaak meer dan 1000 woorden. Als je nog een geschikte foto bij een klusonderwerp hebt, dan zetten we die er graag bij. Neem contact op met de webmaster.
Om het zoeken te vergemakkelijken zijn de KlusTips ondergebracht in de volgende rubrieken:
Bij het overstaggaan kan de schoot van de fok of genua blijven haken achter de kikker op het voordek. Dit is het geval bij de meeste Randmeren, behalve de nieuwe uitvoering van de Advance en Touring. Hiervoor zijn twee oplossingen:
Voor betere drukverdeling kan je eventueel onderdeks een aluminium of kunststof plaatje of enkele carterringen doen, maar vergeet niet: een sleep- of ankerlijn bevestig je nooit op het voordek, maar aan het boegoog of de mastvoet!
De kiel van een Randmeer is gemaakt van gietijzer. Deze is bevestigd aan de polyester romp. Gietijzer kan roesten en daarvoor zijn verschillende goede corrosie-werende primers en eindproducten verkrijgbaar.
Waarom hebben vooral Classics en Advances dan vaak een roestende kiel? Bij deze Randmeren fungeert de kiel tevens als zwaardkast. Het is moeilijk de corrosie-werende primer in de nauwe holte in de kiel aan te brengen. Zelfs als je het zwaard verwijdert is het moeilijk erbij te komen. Een bijkomend punt is dat in de zwaardkast een zwaard zit dat niet van gietijzer is gemaakt. Als de oppervlakken van 2 verschillende metalen met elkaar in aanraking komen, zal galvanische corrosie optreden. Zelfs als een van de metalen bestaat uit roestvrij staal.
Tip: kunststof schijven en strips voorkomen galvanische corrosie. Een laag keramische of nano-coating op het (nieuwe) zwaard helpt ook. Zo’n laag is keihard, aangroeiwerend, slijtvast en spiegelglad. Ga je nog harder ook!
De overgang van het polyester naar gietijzer is extra aandachtspunt. Als daar ondanks het toepassen van corrosie-werende middelen toch weer roest ontstaat, komt dat mogelijk van binnenuit. Via de zwaardkast kan namelijk ook wat water tussen de romp en de kiel kruipen.
Vroeger of later zal de kiel van elke Randmeer (Classic en Advance) roesten. Volgens de werf is het niet nodig om je daarover veel zorgen te maken.
Zowel bij een bovendekse als een onderdekse rolfok kan het voorstag met de fok meerollen. Dat gebeurt meestal op het verkeerde moment en dat is extra vervelend omdat je de fok niet helemaal kunt wegrollen. Ook is het vaak lastig de fok weer te ontrollen.
De oorzaak is een te geringe afstand tussen voorstag en voorlijk, bijvoorbeeld omdat het voorstag slap hangt. Hiervoor zijn enkele oplossingen.
Deze oplossingen zijn niet altijd voldoende effectief. Vooral als je bij meer wind het fokkeval strakker zet, wil het voorstag toch weer (te) slap gaan hangen. Dan kan dit nog helpen:
Bij het overstaggaan wil de genuaschoot nog wel eens achter het zijstag blijven haken. Als een standaard stagbeschermer niet helpt, probeer dan eens zelf een stagbeschermer te maken van
een stuk (grijze) pvc installatiebuis van de bouwmarkt over het onderste deel van het stag te schuiven, zodat dit vrij om het stag rolt.
Maak het stag los van de stagspanner en schuif een flink stuk buis, 50 of 70 cm over het stag. Bevestig dan het stag weer aan de stagspanner.
Een buis met diameter 18 mm past net om de achterste stagspanners (het meest gangbare type). Een buis met diameter 16 mm passen keurig om de stagspanners van het onderwant.
De onderkant van deze buizen rust op de onderkant van de gaffel waarmee de spanner aan de putting is bevestigd. Zo kan de buis soepel om het stag draaien en zal de schoot minder snel blijven hangen.
Je kunt ook een soft shackle proberen, maar die kan ook het probleem verergeren: de schoot kan dan niet alleen achter de knoop of takeling blijven haken, maar ook achter de soft shackle.
De beste oplossing is een schoot die nergens achter kan blijven haken. Bevestig een dyneema soft shackle met een takeling permanent aan de schoot, naai deze desnoods met een paar steken vast en plak de takeling af met tape.
Zie ook Jaarboek 2019, pag. 20.
De meeste Randmeren hebben een plug in de kuipvloer. Deze opendraaien en het water eruit halen m.b.v.:
Via de volgende knop download je de bouwtekening om zelf zo'n comfortabel bankje te maken.
het-comfortabele-bankje.pdf
Bij het overstaggaan wil de genuaschoot nog wel eens achter het zijstag blijven haken. Als een standaard stagbeschermer niet helpt, probeer dan eens zelf een stagbeschermer te maken van
een stuk (grijze) pvc installatiebuis van de bouwmarkt over het onderste deel van het stag te schuiven, zodat dit vrij om het stag rolt.
Maak het stag los van de stagspanner en schuif een flink stuk buis, 50 of 70 cm over het stag. Bevestig dan het stag weer aan de stagspanner.
Een buis met diameter 18 mm past net om de achterste stagspanners (het meest gangbare type). Een buis met diameter 16 mm passen keurig om de stagspanners van het onderwant.
De onderkant van deze buizen rust op de onderkant van de gaffel waarmee de spanner aan de putting is bevestigd. Zo kan de buis soepel om het stag draaien en zal de schoot minder snel blijven hangen.
Je kunt ook een soft shackle proberen, maar die kan ook het probleem verergeren: de schoot kan dan niet alleen achter de knoop of takeling blijven haken, maar ook achter de soft shackle.
De beste oplossing is een schoot die nergens achter kan blijven haken. Bevestig een dyneema soft shackle met een takeling permanent aan de schoot, naai deze desnoods met een paar steken vast en plak de takeling af met tape.
Veel zeilers vinden het prettig als zij bepaalde vallen en trimlijnen achterin kunnen bedienen. Denk bijv. aan zwaardval, spinnakerval, trimlijnen. Maar waar en hoe bevestig je het benodigde beslag?
De ‘zonder boren in de kuipvloer’-methode
Door de jaren heen zijn er verschillende oplossingen bedacht om blokjes en klemmen achterin te bevestigen zonder nieuwe gaten te boren in de kuipvloer. Zoals een plankje rondom het grondblok van de grootschoot, dat op vernuftige wijze onder het grondblok is geklemd.
Wellicht heb je blokjes nodig om lijnen over de vloer naar achteren te leiden. Deze kun je misschien bevestigen door slim gebruik te maken van het aanwezige beslag, bijv. op de plek waar de zwaardbuis uit de kuipvloer steekt, of aan de mastvoet.
Een veel gebruikte plek om de klemmen voor zwaard en spinnakerval te monteren is het opstaande schot van het achteronder. Hier kan je met boutjes en moertjes werken. Ergonomisch is deze plek echter niet optimaal.
De ‘boren in de kuipvloer’-methode
Klemmen en blokjes met (parkers)chroeven rechtstreeks op de kuipvloer: het kán. Het is zelfs de standaardmethode van de werf om een overloop in een Advance of Touring te zetten.
Mocht je twijfelen of de kuipvloer sterk genoeg is op de plek waar je het beslag wilt monteren, overleg dan even met de werf of die plek ook echt geschikt is voor jouw boot.
Wel eerst voorboren (niet te krap en niet te wijd) en voorzichtig schroeven. Gebruik van een beetje kit (Sicaflex) tussen beslag en kuipvloer helpt de luchtkast dicht te houden.
Kijk in het Randmeerboek op pag. 51 e.v..
Tip: kijk ook eens bij andere Randmeren met spinnaker en maak een praatje met ervaren (Randmeer)zeilers.
Tip: bij de bouw van de Advance en Touring zijn expres kleine krasjes in de gelcoat aangebracht, ongeveer ter hoogte van de zelflozers. Dat is een handig hulpmiddel bij het plakken van de waterlijn. Zoek op Internet naar tips om de waterlijn er recht op te krijgen.
Via de volgende knop download je de handleiding voor de zelfbouw van een roerkop en -blad randmeer-roer-zelfbouw-r2021.pdf
En deze knop download de bouwtekening van het roerblad randmeer-roerblad-afmetingen.pdf
En de volgende knop download de bouwtekening van de helmstok en de roerkop
randmeer-roerkop-en-helmstok-afmetingen.pdf
Een heel handige klusser kan zelf het zwaard vervangen, zie pag. 25 van het Randmeerboek. De klusser die deze klus aandurft, moet voldoende hebben aan die informatie.
Tip: Begin er anders niet aan. Veel Randmeerzeilers kiezen ervoor om dit door de werf in Heeg te laten doen. Die zetten voor een redelijk bedrag er een mooi, geprofileerd zwaard van hoogwaardig roestvrijstaal in en plaatsen er eventueel de benodigde kunststof schijven bij.
Tip: een (nieuw) zwaard kan je in een keramische of nano-coating (laten) zetten: keihard, aangroei- en vuilwerend, slijtvast en spiegelglad. Ga je nog harder ook.
Bij het overstaggaan kan de schoot van de fok of genua blijven haken achter de kikker op het voordek. Dit is het geval bij de meeste Randmeren, behalve de nieuwe uitvoering van de Advance en Touring. Hiervoor zijn twee oplossingen:
Voor betere drukverdeling kan je eventueel onderdeks een aluminium of kunststof plaatje of enkele carterringen doen, maar vergeet niet: een sleep- of ankerlijn bevestig je nooit op het voordek, maar aan het boegoog of de mastvoet!
Samen aan één hangband; niet iedereen wordt blij van de doorlopende hangbanden die gebruikelijk zijn op een Randmeer zonder overloop.
Tip: in het Jaarboek 2021 staat op pag. 24 een manier om dezelfde hangbanden anders te bevestigen. Stuurman en bemanning beschikken dan toch over een eigen hangband.
Een bovendekse rolfok is handig, maar minder geschikt voor wedstrijden omdat het onderlijk van de genua te hoog komt en de spleet tussen het onderlijk en het dek open blijft. Een onderdeks systeem heeft dat nadeel niet, is mooier, maar ook prijzig. Zelf inbouwen scheelt behoorlijk in de kosten. Het is een flinke klus, maar voor een handige klusser is het te doen.
De meeste Randmeren met een onderdekse rolfok hebben het Varion-systeem. Speciaal voor de Randmeer levert Varion desgewenst een compleet pakket en met vragen kun je bij hen ook terecht.
Zie ook Randmeerboek pagina 43.
De belangrijkste aandachtspunten voor zelf-inbouw bij een Randmeer hebben te maken met:
- het onderdekse bevestigingspunt in het vooronder
- de opening in het dek voor de doorvoer van de buis
- het voorstag
- de doorlopende bedieningslijn
Bevestigingspunt in vooronder
Het mechanisme aan de onderkant van de rolfok wordt met een speciaal beslag bevestigd in de punt, aan de bout van het boegoog. Oudere Classics hebben dan boegoog niet altijd, dan moet je dat nog maken. Daarvoor heb je een speciale, extra lange oogbout nodig.
Het gat boor je op 205 mm vanaf de onderkant van het rvs-boegbeslag. Voordat je door de boeg gaat boren teken je haaks op de boeg een lijn. Die helpt om in de goede richting te blijven boren.
Bij een oudere Classic wil op deze plek nog wel eens aan de binnenkant een verroest stuk metaal in de weg zitten (linker foto).
Dit moet je eerst met een tang eruit wrikken of wegslijpen. Omdat het in het polyester is bevestigd, is dat laatste een lastige klus in die krappe ruimte!
Bij een wedstrijdboot moet dit bevestigingspunt natuurlijk voldoen aan de klassenvoorschriften: 6240 mm uit boven-achterkant spiegel op hartlijn schip.
Het is best een gedoe om de ”boven-achterkant spiegel op hartlijn schip” te bepalen, het (denkbeeldige) punt recht boven de buitenrand van de spiegel. Het is dus niet de achterkant van die dikke rand.
Het juiste punt kun je alleen precies bepalen met behulp van een mal, die je tegen de spiegel zet. Ter hoogte van de uitstekende kuiprand heeft de mal een uitholling. Bij de bovenkant van de spiegel gaat de mal dan vervolgens loodrecht omhoog.
Eigenlijk kun je zo'n mal alleen vanaf de bouwtekening maken.
Als de dekdoorvoer en het aangrijpingspunt op de juiste plaats zitten, staan de buis van de rolfok en het voorlijk precies in elkaars verlengde.
Voorstag
Het voorstag gaat door het dek langs de buis van de fokroller naar achteren. Bij de meeste boten zit de dekdoorvoer van het voorstag (meestal een schijfje) in de hartlijn van de boot. Dan kan het staaldraad langs de buis van de fokroller schavielen.
Het is de vraag hoe erg dat is. Als je de fokroller gebruikt, staat immers meestal veel meer spanning op het fokkeval dan op het voorstag. Daarom zal de buis niet of nauwelijks wrijving ondervinden en ook niet slijten door het staaldraad.
Wil je daar toch iets aan doen, dan kan je
Doorlopende bedieningslijn
Als je een kant-en-klare doorlopende lijn hebt, blijft de lijn aan één kant van de mastvoet. Die lijn moet vóór montage in de onderdekse unit zitten, anders kom je er niet meer bij. Als de hele zaak al is gemonteerd en de lijn moet er alsnog in, moet je de rolfok eerst helemaal demonteren.
Een beetje handige klusser rijgt een niet-doorlopende lijn in de onderdekse unit (eventueel na montage) en splitst de uiteinden zelf aan elkaar. Dan kan de lijn wel aan weerszijden van de mastvoer lopen.
Zelf splitsen heeft nog een voordeel: je kunt de bedieningslijn helemaal naar eigen wens door de boot laten lopen. Neem wel een lijn die aan de specificaties van de leverancier voldoet.
Zowel bij een bovendekse als een onderdekse rolfok kan het voorstag met de fok meerollen. Dat gebeurt meestal op het verkeerde moment en dat is extra vervelend omdat je de fok niet helemaal kunt wegrollen. Ook is het vaak lastig de fok weer te ontrollen.
De oorzaak is een te geringe afstand tussen voorstag en voorlijk, bijvoorbeeld omdat het voorstag slap hangt. Hiervoor zijn enkele oplossingen.
Deze oplossingen zijn niet altijd voldoende effectief. Vooral als je bij meer wind het fokkeval strakker zet, wil het voorstag toch weer (te) slap gaan hangen. Dan kan dit nog helpen:
Het is een polyester boot, maar er zit (nog steeds) wat hout aan: helmstok, roerkop en op de Classic de kastjes. Mooi! Maar … als je houtwerk niet regelmatig lakt, wordt het lelijk.
Tip: bij de Classic is het aan te raden om de houten kastjes uit de boot te halen voordat je gaat schuren en lakken.
Aangezien lakwerk geen typisch Randmeerprobleem is, gaan we er hier niet verder op in.
De kiel van een Randmeer is gemaakt van gietijzer. Deze is bevestigd aan de polyester romp. Gietijzer kan roesten en daarvoor zijn verschillende goede corrosie-werende primers en eindproducten verkrijgbaar.
Waarom hebben vooral Classics en Advances dan vaak een roestende kiel? Bij deze Randmeren fungeert de kiel tevens als zwaardkast. Het is moeilijk de corrosie-werende primer in de nauwe holte in de kiel aan te brengen. Zelfs als je het zwaard verwijdert is het moeilijk erbij te komen. Een bijkomend punt is dat in de zwaardkast een zwaard zit dat niet van gietijzer is gemaakt. Als de oppervlakken van 2 verschillende metalen met elkaar in aanraking komen, zal galvanische corrosie optreden. Zelfs als een van de metalen bestaat uit roestvrij staal.
Tip: kunststof schijven en strips voorkomen galvanische corrosie. Een laag keramische of nano-coating op het (nieuwe) zwaard helpt ook. Zo’n laag is keihard, aangroeiwerend, slijtvast en spiegelglad. Ga je nog harder ook!
De overgang van het polyester naar gietijzer is een extra aandachtspunt. Als daar ondanks het toepassen van corrosie-werende middelen toch weer roest ontstaat, komt dat mogelijk van binnenuit. Via de zwaardkast kan namelijk ook water tussen het polyester van de romp en de gietijzeren kiel kruipen.
Vroeger of later zal de kiel van elke Randmeer (Classic en Advance) roesten. Volgens de werf is het niet nodig om je daarover veel zorgen te maken.
Onder invloed van UV kan polyester verweren en kan gelcoat verbleken. Vooral donkere kleuren hebben hier eerder last van. Dit normale verouderingsproces verloopt trager als de boot regelmatig in een goede was is gezet.
Op Internet is veel informatie te vinden over poetsen, polijsten en het behandelen van verweerd polyester. Ook professionele jachtonderhoudsbedrijven en collega-watersporters zijn over het algemeen graag bereid hun kennis op dit gebied te delen.
Tip: op een gegeven moment is een schilderbeurt onvermijdelijk. Doe dat pas als zelfs een professioneel poetsbedrijf er niet in is geslaagd de gelcoat op te peppen.
Aangezien dit geen typisch Randmeerprobleem is, gaan we er hier niet verder op in.
Als er in de loop der jaren regelmatig nieuwe antifouling is aangebracht, komt er een moment dat die oude lagen verwijderd moeten worden.
Tip: bij het goed en grondig verwijderen van oude lagen antifouling neem je onvermijdelijk ook wat van de primerlaag mee. Antifouling is een onderwaterverf, maar houdt geen water tegen. Enkele lagen epoxyprimer doen dat wel. Ook bij een Randmeer horen onder de antifouling daarom tenminste 2 lagen (maar liever meer) van een goede epoxyprimer te zitten. Zo voorkom je veel ellende, zoals osmose.
Tip: als je oude antifouling hebt verwijderd, overweeg dan over te stappen op een milieuvriendelijk alternatief, bijv. een koper- en biocidevrije antifouling. Geleidelijk aan wordt de lijst met toegestane koper-, PFAS- en biocidehoudende antifoulings steeds korter vanwege de schadelijkheid voor milieu en waterkwaliteit. Gelukkig bestaan er inmiddels steeds meer effectieve en supergladde alternatieven. Vraag het in de watersportzaak en zoek op Internet.
Tip: Zie ook het artikel in het Jaarboek 2023.
Aangezien antifouling niet typisch voor de Randmeer is, gaan we er hier niet verder op in.
Over het repareren van gelcoat en polyester kun je op Internet veel informatie vinden. Kleinere reparaties (bijv. een afgesprongen scherfje gelcoat, een ondiepe kras) kan een handige klusser meestal zelf. Onder schilderwerk gebruik je een goede plamuur: epoxyplamuur voor het onderwaterschip en polyester plamuur (ook wel - ten onrechte - ‘staalplamuur’ genoemd) boven de waterlijn.
Tip: de bij de Randmeer meest gebruikelijke dekkleur heeft kleurcode DSM 3635. Dit komt ongeveer overeen met RAL-kleur 9002 (grijswit).
Vooral op een oudere Randmeer kan sprake zijn van een ingrijpender klus, bijvoorbeeld een lekkende zwaardkast, problemen met het in de romp gelamineerde beslag of (bij de oudste Randmeren) nat geworden schuim onder de kuipvloer. Een enkele klusser durft het aan dit zelf te doen.
Tip: als je niet weet hoe je een dergelijke klus moet aanpakken, kun je daar waarschijnlijk ook beter niet aan beginnen. Neem in dat geval contact op met de werf in Heeg of een andere goede polyester expert.
Bobbeltjes op het onderwaterschip duiden op osmose. Bij de Randmeer komt dit zelden voor omdat Randmeren gebouwd zijn in een kwalitatief extra goede soort polyester. Daardoor zijn ze minder gevoelig voor osmose, maar niet immuun. De gelcoat heeft namelijk de eigenschap geleidelijk aan (een beetje) water op te nemen.
Tip: ook onder een Randmeer horen tenminste 2 lagen (maar liever meer) goede epoxyprimer voordat de antifouling er op gaat. Als je het onderwaterschip kaalhaalt, vergeet dan de epoxyprimer niet!
Aangezien osmose juist geen typisch Randmeerprobleem is, gaan we er hier niet verder op in.
Het zwaard kan het polyester deel van de zwaardkast beschadigen als het zwaard met een klap naar beneden valt of met een klap wordt opgehaald. Het gevolg hiervan kan zijn dat de zwaardkast gaat lekken, met als uiteindelijk gevolg een gezonken boot!
Als je denkt dat de zwaardkast lekt, wees er dan heel zeker van dat er geen andere oorzaak is (zoals lekkage van buis- of regenwater langs schroeven in de kuipvloer) voordat je verder gaat! Voor inspectie van de zwaardkast is het nodig een stuk uit de kuipvloer (bovenste foto) of uit de romp te zagen (onderste foto; om de foto te nemen is het toestel door het gat in de buik van de boot - linksonder op de foto - gestoken).
Vervolgens moet het lek gedicht (hoe?) en de romp of kuipvloer worden hersteld. Sterkte ....
De houten roerkop is mooi, maar vergt veel onderhoud. Niet alleen (bijna) jaarlijks lakken, maar ook moet je eigenlijk je roer na het zeilen uit het water te halen. Dat is het behoud van je roer, want hoe goed je roerkop ook in de lak zit, via de roerbout kan het altijd inwateren.
Je roer uit het water halen. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het is zwaar en onhandelbaar, vooral door die ellenlange helmstok.
Tip: vervang de borgmoer van de bout waarmee de helmstok aan de roerkop is bevestigd door een vleugel- of oogmoer M10. Deze moer kun je met de hand los- en vastdraaien, de helmstok is er dan zo van af. De roestvrij stalen ringen ook! Daarvoor in de plaats kun je een stukje zelfklevende en zeer slijtvaste chafe tape aan weerszijden van het gat in de roerkop plakken en eventueel ook op de binnenzijde van het roestvrijstalen helmstokbeslag dat over de roerkop gaat.
Daarna kun je de rest van het roer verwijderen. Als je het roer in de boot legt, ligt het altijd in de weg. Een handige klusser vindt echter op zijn eigen boot wel een plek om het roer goed op te bergen.
Vooral aan de voorkant van de kuip raakt de kuiprand gemakkelijk beschadigd door de neerhouder en het op spanning brengen van diverse lijnen en vallen.
Tip: zet een stuk klemprofiel op de kwetsbare onderzijde van de kuiprand.
Klemprofiel is in verschillende kleuren en diktes te verkrijgen (internet, watersportwinkel). Meet even de dikte van de kuiprand op de plek waar de het profiel wilt plaatsen.
Het stalen stripje op de roerkop van de Classic of Advance beschermt het lakwerk op de achterzijde van de roerkop tegen de neerhouder van het roerblad. Maar ditzelfde beschermstripje kan het (geprofileerde) roerblad aan de kwetsbare achterzijde beschadigen als het roer te ver omhoog klapt.
Tip: leg een knoopje in de neerhouder van het roerblad, zodat de lijn niet te ver de roerkop in kan en het roerblad het stripje dus niet kan raken.
Ook de schroef van de buitenboordmotor kan een roerblad flink beschadigen.
Tip: beugel om de schroef. Een goedkopere oplossing is een roerprotector met vinnen (”foils”).
Het zwaard kan het polyester deel van de zwaardkast beschadigen als het zwaard met een klap naar beneden valt of met een klap wordt opgehaald. Het gevolg hiervan kan zijn dat de zwaardkast gaat lekken, met als uiteindelijk gevolg een gezonken boot!
De stootrand van een Classic is minder goed bestand tegen de druk van goed gespannen spanbanden, ze kunnen indeuken.
Tip: om de druk beter te verdelen komt een stukje pvc-buis tussen spanband en stootrand goed van pas.
Gebruik hiervoor de bekende grijze pvc-afvoerbuis uit de bouwmarkt met een diameter van 40 mm. Leg dit tussen de stootrand en de spanband voordat je de spanband op spanning brengt. Een lengte van 15 cm is genoeg. Ter bescherming tegen eventuele krassen kun je om het buisje iets zachts wikkelen.
Als je de boot in de kraan hangt, kunnen de beschermbuisjes beter onder de stootrand zitten. Helaas willen ze dan nog wel eens op de grond vallen. Dan kan een rubber deurmat van pas komen.
Als je een Randmeer met een kanteltrailer uit het water haalt, bestaat het risico dat de zijkant van het voorschip wordt ingedeukt door de achterste rollen van de trailer. Zeker als de lier ter hoogte van het boegoog zit en/of het kantelmechanisme gebruikt wordt en de boeg omhoog wijst, worden de rollen bij het lieren recht in de boeg gedrukt.
Als dit gebeurt en je de boot toch per sé zonder kraan op de trailer wilt (of moet) zetten, zit er niets anders op dan op de trailer te klimmen en de lierkabel met al je kracht omhoog te duwen, zodat de rollen niet meer in de boeg drukken. Een tweede persoon draait aan de lier.
Het gebruik van het kantelmechanisme bij het oplieren gaat vaak niet erg lekker. Sommige Randmeer-eigenaren geven er dan ook de voorkeur aan de boot met een kraan op hun kanteltrailer te zetten, zoals je ook zou doen met een gewone trailer zonder kantelmechanisme.
Tip: met extra rollen of geleidewielen achterop de trailer, zo dicht mogelijk bij de kielbalk, kun je je boot wél veilig op een kanteltrailer zetten.
Met een Randmeer kanteltrailer kan je de boot vanaf de wal te water laten.
Tip: max. ca. 30 cm hoogteverschil, tussen water en walkant.
Tip: je helpt de boot door tijdens het oplieren het voorschip zo veel mogelijk op te tillen.
Een veel voorkomend euvel bij Randmeer (kantel)trailers: als de trailer tot aan de velg in het water is gereden, raakt de kiel nog de bodem van de trailerhelling. De trailer zou dus dieper het water in moeten rijden, maar dat is niet goed voor de remmen.